Op de honderdvijfentwintigste verjaardag heeft het Concertgebouw het predicaat koninklijk gekregen (lees het Volkskrantartikel). Terecht.
Hoewel ik niet in Amsterdam ben opgegroeid, heb ik er wel altijd in de buurt gewoond. En dat komt door dit Concertgebouw.
Mijn vader moest aan het begin van zijn carrière namelijk kiezen voor een standplaats. Tussen Noord-Nederland, waar hij vandaan komt, of Noord Holland. Als klassieke-muziekfanaat was de keuze snel gemaakt. Hij koos voor Noord Holland en zou de rest van zijn leven een abonnement hebben op uitvoeringen van het Concertgebouworkest – al lang koninklijk.
Al van jongs af ging ik geregeld met hem mee, als mijn moeder niet kon of wilde (andersom kwam vreemd genoeg niet voor).
Het duurde wel even voor ik klassieke muziek echt kon waarderen. Ik vrees dat de passie van mijn vader averechts op mij werkte. Nooit mochten we in zijn buurt naar andere muziek luisteren. Live naar het Concertgebouworkest luisteren heb ik echter wel altijd al prettig gevonden. Rustgevend. Louterend.
Vandaag bestaat het gebouw dus honderdvijfentwintig jaar. Van harte. En bedankt. Wie weet had ik zonder hier namelijk niet eens gewoond. Of nee, laat ik niet overdrijven.
Lees ook:Concertgebouworkest tweede van Europa
Lees ook:Concertgebouw krijgt 2 miljoen
Lees ook:AT5 kan aan de toekomst gaan denken
Lees ook:Hugh Laurie komt naar het Concertgebouw
Lees ook:Spannende dag voor Noord-Zuidlijn, ‘gaap’